Centraal in het rapport staan drie adviezen. De eerste twee adviezen vormen de basisdienstverlening van de Gemeenschappelijke Regeling die elke gemeente afneemt. Het eerste advies pleit voor het ontwikkelen van een meer lokale aanpak. Het gaat hierbij om maatwerkoplossingen die samen met lokale partners, gemeenten en WSD ontwikkeld gaan worden.
Het tweede speerpunt uit het advies is het ontwikkelen van een expertisecentrum waar gemeenten en WSD samenwerken. Expertise en kennis wordt daar gedeeld om nieuwe innovatieve diensten te ontwikkelen en de lobby naar Rijksoverheid en landelijke organisaties vorm te geven.
Ten slotte adviseert het rapport om de plusdiensten door te ontwikkelen. De plusdiensten zijn re-integratiediensten die gemeenten bij WSD desgewenst inkopen. Op deze wijze levert WSD verder maatwerk aan gemeenten en inwoners.
Begin 2020 geven de raden van de aangesloten gemeenten hun zienswijze op het rapport. Na evaluatie van de feedback neemt het bestuur van WSD in maart 2020 een besluit over de definitieve koers. Na ruim vier jaar experimenteren en evalueren gaat er dan gebouwd worden aan de nieuwe manier van werken.
‘Ik ben een buitenmens.’ Susanne Delgado (39) is blij met haar baan bij WSD. Het sociaal werkbedrijf vond binnen de afdeling Groen in Susanne’s woonplaats Nuenen een passende werkkring. ‘Ik werk in een vast team met leuke collega’s waarmee ik de meeste plantsoenen in het dorp al minstens één keer onderhouden heb.’
Susanne drinkt vanochtend koffie met meewerkend voorman John Verhagen op de gemeentewerf. John is haar eerste aanspreekpunt bij WSD. ‘Normaal gesproken beginnen we de werkdag op locatie hoor’, lacht de Nuenense. ‘We verzamelen dan bij een schaftkeet van waaruit we de wijk ingaan en de plantsoenen onderhouden.’ Ze werkt 22,5 uur per week, verdeeld over vier werkdagen. ‘Het is fijn dat ik ’s morgens pas om half tien mag beginnen. Dan kan ik eerst mijn kinderen naar school brengen.’
WSD bood Susanne in eerste instantie een baan aan bij kringloopwarenhuis Het Goed. ‘Maar dat was niks voor mij’, zegt ze. ‘Ik houd van afwisseling en ben heel graag buiten.’ En dus was de stap naar de afdeling Groen vlot gemaakt. ‘Het werk sluit aan bij mijn opleiding’, vertelt Susanne. ‘Niet alle dagen zijn even afwisselend hoor. In de zomer wordt in de plantsoenen vooral veel geschoffeld en geharkt.’
Ze vervolgt: ’In het voor- en najaar zijn er veel meer werkzaamheden. Ik vind het heel leuk om te snoeien of plantjes te zetten.’ Ze wijst naar het buitenterrein van de gemeentewerf. ‘Kijk, in die kratten staan 17.000 plantjes. Die gaan we de komende weken allemaal een plekje geven.’
Na haar opleiding aan de Groenschool in Eindhoven werkte Susanne op allerlei plekken. ‘Ik was meubelspuiter en werkte als schoonmaakster in een groot hotel. Ik was ook koerier en bracht automaterialen rond.’ Nadat ze enkele jaren in de bijstand had gezeten, wilde Susanne weer dolgraag aan de slag. ‘Juist op dat moment kreeg ik ook van de gemeente een uitnodiging om terug te keren in het arbeidsproces.’
17.000 PLANTJES
De Nuenense neemt deel aan AanZet, een samenwerkingsproject van WSD en de Dienst Dommelvallei om mensen met een bijstandsuitkering naar passend werk te begeleiden en werkervaring op te laten doen.
LANDROVER
Susanne’s grootste hobby is uitstapjes maken met haar Landrover Discovery. ‘Ik ben lid van een Landrover Club. We gaan regelmatig met meer dan honderd leden een weekendje weg. Dan rijden we naar de Ardennen of naar Duitsland. En laatst zijn we naar de Veluwe geweest. Dan slaan we onze tenten op, gaan we samen barbecueën en kletsen we de hele dag over auto’s.’
De koffie is op, de plicht roept. Met voorman John vertrekt Susanne naar de werkplek van vandaag. Maar eerst nog even op de foto, bij een krat vol prunussen, spirea’s en cotoneasters. ‘Die gaan de komende weken allemaal de grond in. Het voorjaar kan beginnen.’